|
“Rookt u?” |
November/December 2009 |
|
 |
"Rookt u?" De vraag werd zo vaak
gesteld dat ik het komisch ging vinden. Ziekenhuis, ik begon er het
stukje mee over het minarettenverbod op mijn
weblog. Een verklaring
voor het zo laat aandacht besteden aan het onderwerp.
Via een ons-kent-ons
website had ik mensen in mijn omgeving uitgebreider geïnformeerd.
Reactie van een van hen: “Rook je nog?!” Categorie: I.B. (Irritante
Betweter), louter geïnteresseerd in het halen van het eigengelijk.
Steeds erop uit een ander voor te schrijven wat die te doen en te
laten heeft.
De wereld is van dat soort lieden vergeven. Wat doe je
ertegen? Je steekt een sigaret op of een pijp. Goed tegen de stress
en je blaast er IB’ers mee de deur uit.
Roken kent meer voordelen
maar daar wil ik het even niet over hebben, net zo min als over de
vooronderstelde dan wel aangetoonde nadelen. Kwestie van wikken en
wegen.
Koud terug uit het
ziekenhuis draaide ik een sjekkie. De macht der gewoonte. Had ik
daar nu werkelijk zin in? Volgende vraag die ik me stelde: is het echt
zo moeilijk te stoppen met roken dan wel, waar ik persoonlijk meer
fiducie in heb, maat te houden?
Na een nachtje goede
slaap ontstond de gedachte de wederwaardigheden op deze website te
zetten. Waarom? Gezellig, net als roken. Gedeelde smart is halve
smart, gedeelde vreugd is...
Beginnen we dan maar eens
met het op deze blog afdrukken van mijn ziekenhuisverslagje.
|
| |
|
| |
1
december 2009 |
|




 |
“Rookt u?”
“Al 55 jaar”
“Hoe is het mogelijk…” De ambulancechauffeur slaakte een zucht van
verbazing.
“… dat ik nog leef,” vulde ik op spottoon aan.
Hij zweeg. Intussen maakte de verpleegkundige in de bus een
hartfilmpje aan de hand waarvan ze kon bepalen waar de rit naar toe
zou gaan. Meteen naar Eindhoven, om te dotteren, of voor onderzoek
naar Bernhoven in Oss. Het werd het laatste.
Het begon in de nacht van maandag 30 november op dinsdag 1 december om twintig
voor drie met pijn aan de linkerschouder. Verkeerd gelegen? Tantum
op de spieren gesmeerd, twee paracetamol en terug in bed.
Na zo’n
drie kwartier zakte de pijn en dacht ik weer te kunnen inslapen.
Helaas, de pijn verschoof naar de borst en bleef ter hoogte van de
sleutelbeenderen hangen. Een niet te omschrijven pijn die bij elke
ademhaling een graadje erger werd.
Tegen half vijf ‘spoed avond nacht weekend’ gebeld, 0900 – 8860 (10
cent per minuut). Na mijn uitleg stond even later een arts voor de
deur die het niet vertrouwde en de ambulance belde.
Hartelijk welkom geheten door minstens vijf witte jassen kon het
onderzoek in Bernhoven beginnen. Hartfilmpje, longfoto, bloeddruk,
bloedafname, infuusnaald in de pols.
“Rookt u?”
Mevrouw de dokter, die leiding gaf aan het onderzoek. Charmante
jonge vrouw die op vriendelijke, niet dwingende toon vertelde dat
het haar taak was als dokter mij te adviseren ermee te stoppen. Ze
meende dat het ook op mijn leeftijd nog zin had. Over een jaar een
betere conditie van hart en bloedvaten.
Enkele uren later, inmiddels verhuisd naar een heus bed op de
afdeling Spoed, een bezoekje van een cardioloog:
“Rookt u?”
C’est le ton qui fait la musique en bij dit geluid kreeg ik de
behoefte een pijp op te steken. Een stug knikje, een klopje hier,
een klopje daar op de borstkast en dat was het dan.
“Misschien kunt u om twaalf uur al weer naar huis,” had een witte
jas opgemerkt. De optimist. Ik kon inderdaad verkassen maar om het
bed vrij te maken op de afdeling Spoed.
In een rolstoel werd ik naar
de afdeling long- en hartziektes gereden. Daar wachtte mij een lange
dag en nacht van stilletjes ademen en proberen de verloren nachtrust
te compenseren. Verstoord evenwel door een witte keukenjas die
aanmoedigde toch vooral goed te eten en door onderzoekjes van de
verpleegkundigen om de cardioloog met informatie te voeden. Een
buitengewoon aardige man deze keer die om half tien ’s morgens aan
bed stond en vertelde dat ik wat hem betrof naar huis mocht en niet
bij hem hoefde terug te komen. Hij hield het op een virale infectie.
“Rookt u?”
“Als een schoorsteen!”
De manier waarop hij het vroeg lokte een dergelijk antwoord uit.
Hij, de longarts, kon erom lachen. “Diep zuchten!”
Nee, wat ruis maar geen tekenen van longembolie. Ook wat hem betrof
kon ik naar huis en op een andere dag terugkomen voor een
spirometrisch onderzoek, een haal-in en blaas-uit oefening die iets
zal vertellen over een mogelijke luchtwegvernauwing.
Ik kon “Taxi Chanty” bellen.
In afwachting van haar komst vond een verpleegkundige het nodig nog
eens de pols te voelen die enkele uren eerder enige onregelmatigheid
en een verhoogde hartslag had aangegeven. Ook nu weer. Voor alle
zekerheid toch ook nog maar een hartfilmpje en andermaal overleg met
de cardioloog. Die kwam me vervolgens allervriendelijkst meedelen
dat ik toch bij hem mocht terugkomen. Over een maandje om hem te
vertellen hoe de bètablokker sotalolhydrochloride gecombineerd met
een aspirientje bevalt. De ‘blokker’ om de hartslag te vertragen,
het acetylsalicylzuur om de vorming van bloedstolsels tegen te gaan.
Tweemaal en eenmaal daags, herhaalrecept tot 02-12-2010.
|
| |
|
| |
2
december 2009 |
|
 |
Chanty rijdt naar
huis. Eerst naar de praktijk van de huisarts om er de brief van de
specialisten af te geven, daarna naar de apotheek voor de
medicijnen. Rond een uur of twee stap ik over de drempel van mijn
eigen huis.
Mijn eerste gang is naar de computer.
Een e-mail van dochter Saskia met een foto die aan een eerder
geplaatst verslagje op haar website moet worden toegevoegd. Verder
een uitnodiging voor een etentje als dank voor verrichte
werkzaamheden voor de bejaardenclub. Sympathieke geste maar daar
staat mijn hoofd nu echt niet naar.
Mijn hand gaat automatisch naar de shagbuil. Zin in...
Kletskoek. Ik heb nergens zin in. Moe ben ik. Nog steeds.
Ik plaats de foto op de website van dochterlief en kruip in bed. |
|
|
|
|
|
3
december 2009 |
|

 |
Rookt u?
Na een kop koffie en twee stukken peperkoek begin ik er doorgaans de
ochtend mee. Hoest lekker weg alhoewel mijn longen er deze ochtend
niet echt behoefte aan schijnen te hebben. Tja, wat wil je. Drie
dagen rookloos, wat valt er dan nog weg te hoesten.
Dat heb ik overigens genoeg gedaan in de periode voorafgaand aan de
opname in het ziekenhuis.
Droge hoest, het begon een paar dagen voor
de prik tegen de Mexicaanse griep op 12 november. Overdag nergens
last van maar 's nachts werd ik er geregeld wakker van, in het
begin zo wat om de twee uur. Zou dat de virale infectie zijn geweest
waar de cardioloog op doelde en die ten slotte zijn hoogtepunt en
eindpunt vond in de pijn op de borst?
Ik moet bekennen dat het rookloze me eigenlijk wel bevalt. Ik haal
veel ruimer adem. Nou, dat sigaretje zullen we dan maar eens even
uitstellen. Moeilijk is het niet. Met de stank die me tegemoet komt
uit de asbak op het aanrecht hoef ik met niet in te spannen roken
vies te vinden.
19.30 uur.
C' est l'heure, ofwel het is tijd voor het dagelijkse ritueel. Een
Westmalle Dubbel, een Wodka en...
Gewoonlijk zou het de zoveelste sigaret zijn, nu de eerste. Heb ik
er zin in? Ik weet het niet. Ik heb wel het gevoel dat ik iets mis.
Niet getalmd, sjekkie gedraaid en aangestoken. Dat smaakt!!!...
nergens naar. Ik laat het bij die ene, kijk nog wat tv en ga op tijd
naar bed.
|
|
|
|
|
|
4 december 2009 |
|

 |
Vijf uur wakker, zes uur nog een plasje, zeven uur drie overbodige
wekkers, acht uur op de fiets, kwartiertje door 4 graden en stevige
wind, trappen oplopen naar de derde etage van het ziekenhuis...
"Goed zo!" roept de vrouw die op de computer naar de resultaten
kijkt van de ademhalingsoefening. Spirometrisch onderzoek. Na een
aantal pufjes luchtwegverwijderaar Ventolin en tien minuten wachten
weer het glazen hok in. Ik voel geen verschil en blaas in en uit
zoals altijd. "Goed zo!" In één ruk alle adem krachtig in het
apparaat blazen had beter gekund maar voor de rest is het prima.
Ja, dat kan zij wel zeggen maar wat zal de longarts volgende week
vrijdag zeggen. "Die bekijkt het," zei ze, "aan de hand van de
voorgeschiedenis."
Die bestaat uit "een beetje ruis" tijdens zijn bezoek aan mijn
ziekenhuisbed en 55 jaar rookervaring.
Of er gewerkt werd met Brabantse kwartiertjes, vroeg ik. Half negen
besteld, kwart voor negen aan de beurt.
Nee, geen Brabantse kwartiertjes, de computer had opstartproblemen.
Thuisgekomen heb ik meteen de stofzuiger naar boven gesleept om, wat
ik al lang van plan was, de computer weer eens schoon te zuigen.
Voorkomt opstartproblemen of erger :-)
Druk met mijn werk aan de websites is er weinig ruimte om na te
denken over wat ik nu mis. Vanmiddag nog een keer op de fiets en via
een omweg op en neer naar A.H. En dan is het weer:
19.30 uur.
Gisteren die ene sigaret; ben benieuwd wat die nu uithaalt.
De smaak
van wodka is allesoverheersend. De pijp dan maar. Een echte 'Big
Ben' die ik volstop met de kruim van onderin de shagbuil. Pief, paf,
pief, daar kan zelfs de wodka niet tegenop. De rook staat als een
boomstam in je strot, maar vind ik dit nou echt lekker? Ik heb er deze avond
in elk geval aan een genoeg.
|
|
|
|
|
|
5
december 2009 |
|
 |
Ik kom bezigheid tekort.
Vandaag veel gelezen over de tabaksindustrie, de heilzame werking
die men tabak heeft toegeschreven en de opkomst van de
sigarenindustrie. Buitengemeen interessant allemaal maar het leidt
te weinig af van wat zich als een probleem probeert op te dringen.
De schrijver Mark Twain zou eens hebben gezegd: Het is altijd mijn
stelregel geweest, nooit te roken wanneer ik sliep en er nooit mee
op te houden wanneer ik wakker was.
Van een stelregel kun je bij mij niet spreken maar wel van een
gedragsregel.
Mark Twain stierf in 1910 op zijn 74ste aan
een hartaanval.
19.30 uur:
Westmalle, Wodka, 1 sigaret, 1 pijp.
|
|
|
|
|
|
Lees verder
>>> |